drieënveertigjarig
- Geluid: drieënveertigjarig (hulp, bestand)
- IPA: / ˈdrijənˌfertəxˌjarəx / (6 lettergrepen)
- drieën·veer·tig·ja·rig, drie·en·veer·tig·ja·rig
- samenstellende afleiding van drieënveertig ht en jaar zn met het achtervoegsel -ig
stellend | |
---|---|
onverbogen | drieënveertigjarig |
verbogen | drieënveertigjarige |
partitief | drieënveertigjarigs |
drieënveertigjarig
- 43 jaren durend
- Gedurende dit drieënveertigjarig tijdperk heerste er vrede.
- met de leeftijd van 43 jaar
- Bij de brand viel helaas een drieënveertigjarig slachtoffer.
- Het woord 'drieënveertigjarig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.