drieënveertigjarigs

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  drieënveertigjarigs    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• drie·en·veer·tig·ja·rigs

Bijvoeglijk naamwoord

drieënveertigjarigs

1. partitief van de stellende trap van drieënveertigjarig

Gangbaarheid

• Het woord 'drieënveertigjarigs' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.