drieëntachtigjarig
- Geluid: drieëntachtigjarig (hulp, bestand)
- IPA: / ˈdrijənˌtɑxtəxˌjarəx / (6 lettergrepen)
- drieën·tach·tig·ja·rig, drie·en·tach·tig·ja·rig
- samenstellende afleiding van drieëntachtig ht en jaar zn met het achtervoegsel -ig
stellend | |
---|---|
onverbogen | drieëntachtigjarig |
verbogen | drieëntachtigjarige |
partitief | drieëntachtigjarigs |
drieëntachtigjarig
- 83 jaren durend
- Gedurende dit drieëntachtigjarig tijdperk heerste er vrede.
- met de leeftijd van 83 jaar
- Bij de brand viel helaas een drieëntachtigjarig slachtoffer.
- Het woord 'drieëntachtigjarig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.