draagstoel
- Geluid: draagstoel (hulp, bestand)
- IPA: / ˈdraxstul / (2 lettergrepen)
- draag·stoel
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | draagstoel | draagstoelen |
verkleinwoord | draagstoeltje | draagstoeltjes |
de draagstoel m
- stoel met draagbalken waardoor men zittend vervoerd kan worden, vaak ook voorzien van een dak en wanden met gordijnen
- De prinses werd vervoerd in een draagstoel.
- ▸ De Thaise overheid verwacht tweehonderdduizend bezoekers in Bangkok, die kunnen toezien hoe de koning in zijn draagstoel door de stad wordt gedragen.[2]
- ▸ De vroegste farao's gebruikten niet alleen draagstoelen, maar ook ezels als middel van transport.[3]
-
Chinezen met een papieren draagstoel (begrafenisritueel, ca. 1942)
-
Schilderij met een draagstoel in de sneeuw, van Maurice Leloir
-
Engelse vrouw in een draagstoel
- Het woord draagstoel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "draagstoel" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “De nieuwe koning van Thailand, plots mét koningin” (3 mei 2019) op nrc.nl
- ↑ Weblink bron “Ezel- en mensenoffers” (27 maart 2004) op nrc.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be