• draag·stoel
enkelvoud meervoud
naamwoord draagstoel draagstoelen
verkleinwoord draagstoeltje draagstoeltjes

de draagstoelm

  1. stoel met draagbalken waardoor men zittend vervoerd kan worden, vaak ook voorzien van een dak en wanden met gordijnen
    • De prinses werd vervoerd in een draagstoel. 
     De Thaise overheid verwacht tweehonderdduizend bezoekers in Bangkok, die kunnen toezien hoe de koning in zijn draagstoel door de stad wordt gedragen.[2]
     De vroegste farao's gebruikten niet alleen draagstoelen, maar ook ezels als middel van transport.[3]
98 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[4]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “De nieuwe koning van Thailand, plots mét koningin” (3 mei 2019) op nrc.nl  
  3.   Weblink bron “Ezel- en mensenoffers” (27 maart 2004) op nrc.nl  
  4.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be