Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • do·ping·vrij
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen dopingvrij dopingvrijer dopingvrijst
verbogen dopingvrije dopingvrijere dopingvrijste
partitief dopingvrijs dopingvrijers -

Bijvoeglijk naamwoord

dopingvrij

  1. (sport) zonder het gebruik van verbonden stimulerende middelen
     "Erg teleurstellend", vindt Marcel Kittel van de positieve dopingtest van de Zuid-Afrikaan Daryl Impey. "Topsport zal nooit helemaal dopingvrij zijn. Dat is nu eenmaal zo."[1]
     De Boer: "Dopingcontroleurs hebben altijd achter in het peloton gezeten, op een gegeven moment zaten ze midden in het peloton, en nu hebben ze misschien zicht op de kopgroep. Maar je moet niet de illusie hebben dat je de kopgroep echt kunt inhalen. Het is een illusie dat je de sport dopingvrij kunt maken."[2]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Kittel teleurgesteld in Impey” (Woensdag 2 juli 2014, 19:10), NOS
  2.   Weblink bron “"Superdoping? Heel voorspelbaar"” (Maandag 3 februari 2014, 12:48), NOS