Nederlands

 
1. Een cabine voor dopingcontrole bij de wielerronde van Taiwan in 2008.
Uitspraak
Woordafbreking
  • do·ping·con·tro·le
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord dopingcontrole dopingcontroles
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de dopingcontrolev / m

  1. (sport) inspectie waarbij wordt nagegaan of een sporter verboden middelen heeft ingenomen om prestaties te verbeteren
    Een veel voorkomende vorm is het afnemen van een urinestaal na een wedstrijd, maar het kan bijvoorbeeld ook gaan om bloedonderzoek op willekeurige plaatsen en tijden gedurende trainingsperiode.
     Drugs als cocaïne en cannabis zijn volgens het dopingreglement alleen verboden binnen wedstrijdverband. Bestanddelen van deze drugs blijven lang vindbaar in urine, terwijl de werking al is verdwenen. Daardoor kan een sporter in zijn vrije tijd drugs gebruiken en weken later nog positief testen bij een dopingcontrole.[1]
Hyponiemen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    Pepijn KeppelDylan Metselaar
    “Een derde van alle dopingzondaars gebruikte drugs” (6 december 2019) op nrc.nl