doorlaatcaisson
- Geluid: doorlaatcaisson (hulp, bestand)
- IPA: / ˈdorlatkɛˌsɔ̃ / (4 lettergrepen)
- door·laat·cais·son
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | doorlaatcaisson | doorlaatcaissons |
verkleinwoord |
het doorlaatcaisson o
- (waterbeheer) caisson, dat dient als hulpconstructie bij het sluiten van zeegaten met daarin schuiven die als keersluis kunnen dienen om tijdens de sluiting de stroomsnelheid niet te hoog te laten worden
- ▸ Eenzaam lag gisteren in het bouwdok aan de nu bijna afgesloten Grevelingen de laatste doorlaatcaisson op transport te wachten.[2]
- Het woord 'doorlaatcaisson' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Laatste voor Brouwersdam (1 mei 1971) in: Provinciale Zeeuwse Courant , blz. 6