Werkruimte onderwater

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • cais·son
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘zinkbak’ voor het eerst aangetroffen in 1824 [1]
  • uit het Frans caisson (kist), uit het Italiaans cassone (grote bergplaats)[2]
enkelvoud meervoud
naamwoord caisson caissons
verkleinwoord caissonnetje caissonnetjes

Zelfstandig naamwoord

de caissonm

  1. (waterbeheer) een doosvormige constructie die gebruikt wordt als tunnelelement, of kan worden afgezonken als onderdeel van een dam of dijk, of die kan dienen als werkruimte onderwater
    • Voor het op z'n plaats slepen en afzinken van het laatste caisson was veel belangstelling van de media. 
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

70 % van de Nederlanders;
45 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen