doordruk
- door·druk
- samenstelling van door en druk [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | doordruk | doordrukken |
verkleinwoord | doordrukje | doordrukjes |
de doordruk m
- met behulp van carbonpapier (geplaatst onder het blad papier waarop men typt of schrijft) verkregen kopie
vervoeging van |
---|
doordrukken |
doordruk
- (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doordrukken
- ... dat ik doordruk.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord doordruk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.