donquichotterie
- Geluid: donquichotterie (hulp, bestand)
- IPA: / ˌdɔŋkiˌʃɔtəˈri / (5 lettergrepen)
- don·qui·chot·te·rie
- eponiem, afgeleid van de romanfiguur Don Quichot met het achtervoegsel -erie, in de betekenis van ‘handeling uit onberedeneerd idealisme’ voor het eerst aangetroffen in 1799 [1] [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | donquichotterie | donquichotterieën, donquichotteries |
verkleinwoord |
de donquichotterie v
- tot mislukking gedoemd handelen, ingegeven door dwaas idealisme
- Het toch willen tegenhouden van de bouw van het windmolenpark getuigt van donquichotterie.
1. tot mislukking gedoemd handelen, ingegeven door dwaas idealisme
- Het woord donquichotterie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "donquichotterie" herkend door:
61 % | van de Nederlanders; |
62 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ donquichotterie op website: Etymologiebank.nl
- ↑ "donquichotterie" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be