domicilieadres
- do·mi·ci·lie·adres
- samenstelling van domicilie zn en adres zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | domicilieadres | domicilieadressen |
verkleinwoord |
het domicilieadres o
- (juridisch) het adres waar men volgens de burgerlijke stand woont
- ▸ Schippers stuiten volgens Van Hiele bij officiële instanties vaak op een muur van onbegrip en onbekendheid met de binnenvaart. Zo blijkt het vaak onmogelijk om een uitkering te krijgen zolang je nog op het schip woont. Ook komt het voor dat deurwaarders beslag willen leggen op het huisraad van een domicilieadres.[1]
- ▸ Het Vlaamse energiedecreet voorziet dat alle consumenten die als particulier een contract hebben afgesloten en in Vlaanderen wonen, recht hebben op gratis elektriciteit ('Gratis kWh') op hun domicilieadres. Hoe zit de regeling voor dit jaar?[2]
- Het woord domicilieadres staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Weblink bron Tiemen Roos“Binnenvaartschepen staan steeds vaker ‘onder water’” (26 maart 2013), Reformatorisch Dagblad
- ↑ Weblink bron Bertrand Rochez“Hoeveel gratis stroom krijgt u dit jaar?” (28/04/2015), De Standaard