• do·mi·ci·lie·adres
enkelvoud meervoud
naamwoord domicilieadres domicilieadressen
verkleinwoord

het domicilieadreso

  1. (juridisch) het adres waar men volgens de burgerlijke stand woont
     Schippers stuiten volgens Van Hiele bij officiële instanties vaak op een muur van onbegrip en onbekendheid met de binnenvaart. Zo blijkt het vaak onmogelijk om een uitkering te krijgen zolang je nog op het schip woont. Ook komt het voor dat deurwaarders beslag willen leggen op het huisraad van een domicilieadres.[1]
     Het Vlaamse energiedecreet voorziet dat alle consumenten die als particulier een contract hebben afgesloten en in Vlaanderen wonen, recht hebben op gratis elektriciteit ('Gratis kWh') op hun domicilieadres. Hoe zit de regeling voor dit jaar?[2]
  1.   Weblink bron
    Tiemen Roos
    “Binnenvaartschepen staan steeds vaker ‘onder water’” (26 maart 2013), Reformatorisch Dagblad
  2.   Weblink bron
    Bertrand Rochez
    “Hoeveel gratis stroom krijgt u dit jaar?” (28/04/2015), De Standaard