districtenstelsel
- dis·tric·ten·stel·sel
- samenstelling van district en stelsel met het invoegsel -en-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | districtenstelsel | districtenstelsels |
verkleinwoord |
het districtenstelsel o
- een kiessysteem, waarbij één of meer afgevaardigden in een kiesdistrict worden gekozen
- Grote wijzigingen in het kiesrecht vonden plaats tussen 1917 en 1922. Tot 1917 kende Nederland een censuskiesrecht. In dat systeem mochten mensen alleen stemmen als ze meer dan een bepaald bedrag aan belasting betaalden. Op 12 december 1917 werd het algemeen kiesrecht voor mannen ingevoerd. De verkiezingen van 1918 waren de eerste waarin alle volwassen mannen mochten stemmen. In dat jaar werd bovendien het tot dan toe gebruikte districtenstelsel afgeschaft. In 1922 werd het algemeen kiesrecht uitgebreid, waardoor ook vrouwen mochten stemmen. [1]
- De democratie werkt eigenlijk optimaal. Bijna elke stem telt. Geen winner takes all zoals in landen met een districtenstelsel, geen kiesdrempel die een minimum-percentage voorschrijft.[2]
1. een kiessysteem, waarbij één of meer afgevaardigden in een kiesdistrict worden gekozen
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord districtenstelsel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.