• dis·tri·bu·teur
enkelvoud meervoud
naamwoord distributeur distributeurs
verkleinwoord distributeurtje distributeurtjes

de distributeurm

  1. (economie) (beroep) persoon of onderneming die zorgt voor de distributie van goederen van producent naar consument
97 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[2]