Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • dif·fe·ren·ti·a·tor
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord differentiator differentiatoren
differentiators
verkleinwoord differentiatortje differentiatortjes

Zelfstandig naamwoord

de differentiatorm

  1. (elektronica) toestel die een differentiërende actie uitvoert of een signaal differentieert
  2. (wiskunde) systeem waarmee men bepaalde differentialen kan berekenen
Antoniemen

Gangbaarheid