• dier·ba·re

dierbare

  1. verbogen vorm van de stellende trap van dierbaar
     Erasmus van Rotterdam groet de zeer rechtschapen en geleerde heer Jodocus Jonas, zijn bijzonder dierbare vriend[1]
enkelvoud meervoud
naamwoord dierbare dierbaren
verkleinwoord

Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als zelfstandig naamwoord

de dierbarev / m

  1. (persoon) iemand waar je veel van houdt
     Praten over geldproblemen doen we liever niet. Dus wat te doen als je vermoedt dat een dierbare de eindjes niet meer aan elkaar kan knopen?[2]
     Uit onderzoek blijkt dat het meemaken van een ernstige levensbedreigende ziekte of de dood van een dierbare één van de meest voorkomende ingrijpende levensgebeurtenissen bij Nederlandse basisschoolleerlingen is (…).[3]
  2. (persoon) (pregnant) (eufemisme) overledene waar je een sterke relatie mee had
     Niet alle werknemers die een dierbare verliezen zijn even tevreden met de steun van hun werkgever. Vooral mensen die hun vakantiedagen moesten inzetten in de rouwperiode misten steun van hun baas.[4]
  1.   Weblink bron
    Desiderius Erasmus
    876 Aan Justus Jonas (19 oktober 1518) in:
    Desiderius Erasmus (vert. Tineke L. ter Meer)
    De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 6. Brieven 842-992., Ad. Donker, Rotterdam, ISBN 9789061005926, p. 121 op Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren  
  2.   Weblink bron
    Chantal van Wees
    “Hebben je vrienden of familie geldproblemen? Zo maak je het bespreekbaar” (4 september 2022) op nu.nl  
  3.   Weblink bron
    Laurie Faro
    “Rode jurken en dode moeders : Rouwverwerking in jeugdboeken”, p. 97
  4.   Weblink bron
    José Boon
    “Werknemer die verlofdagen moet inzetten na verlies dierbare is kritischer op baas” (11 oktober 2023) op nu.nl