dicteerapparaat
- dic·teer·ap·pa·raat
- samenstelling van dicteren ww en apparaat zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | dicteerapparaat | dicteerapparaten |
verkleinwoord | dicteerapparaatje | dicteerapparaatjes |
het dicteerapparaat o
- toestel dat gesproken woord kan opnemen met als doel dat deze tekst later wordt uitgetypt
- ▸ ' Sophie zet haar dicteerapparaat aan en zet het op tafel.[1]
- ▸ Op spraakassistent Siri moet de bezitter van de nieuwe iPad nog even geduld oefenen tot iOS 6 in de herfst neerstrijkt, maar als dicteerapparaat is de tablet al prima bruikbaar. Je moet alleen wel het Engels, Frans, Duits of Japans meester zijn.[2]
- Het woord dicteerapparaat staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ “Corps delcti” (2009), Ambo/Anthos uitgevers , ISBN 9789041417480
- ↑ Weblink bron “Dicteren in plaats van typen op de nieuwe iPad” (Donderdag 21 juni 2012 om 15:42), De Standaard