destinatie
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: destinatie (hulp, bestand)
Woordafbreking
- des·ti·na·tie
Woordherkomst en -opbouw
- uit het Frans [1]
- Naamwoord van handeling van destineren met het achtervoegsel -atie
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | destinatie | destinaties |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- bestemming, reisdoel
- In schijnbare tegenspraak met het begrip octaviteit gaat het om zeven fasen: basis, masker, descendentie, knoop, destinatie, horizon en apex. Mulisch laat de mogelijkheid open dat daarna een nieuwe ontwikkeling begint. [3]
- Het aantal Chinezen dat naar Nederland reist, zal in 2025 zijn verviervoudigd tot 800.000. Dat blijkt uit een studie van het Nederlands Bureau van Toerisme (NBTC). Het rapport Destinatie Holland 2025 wordt donderdag aan minister Kamp van Economische Zaken overhandigd. [4]
- Gek genoeg gaan de Chinezen nauwelijks naar het Rijksmuseum, maar was in het verleden de tijdelijke sluiting van een groot deel van het museum voor hen wèl een argument om niet naar Amsterdam te komen. Sowieso zijn wij voor de toeristen uit Azie geen eerste destinatie, dit zijn Parijs, Londen en Rome. [5]
- waartoe iets of iemand bestemd is
Synoniemen
- [2] fatum, roeping, noodlot, lotsbestemming, levenslot
Afgeleide begrippen
- [2] predestinatie, [1] destinatiehaven, destinatievracht
Gangbaarheid
- Het woord destinatie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "destinatie" herkend door:
88 % | van de Nederlanders; |
88 % | van de Vlamingen.[6] |
Verwijzingen
- ↑ destinatie op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ NRC 1 november 2010 OCTAVITEIT
- ↑ De Telegraaf PAUL ELDERING 04 nov. 2013 Chinezen overspoelen Nederland
- ↑ De Telegraaf BENNO LEESER 06 jun. 2014 Amsterdam op de kaart brengen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be