• der·hal·ve
  • In de betekenis van ‘bijwoord van hoedanigheid: op die grond’ voor het eerst aangetroffen in 1524 [1]
  • Afgeleid van der met het achtervoegsel -halve

derhalve

  1. waaruit blijkt dat, om deze reden, dus, daarom
    • Het boek van de Nijmeegse filosoof René ten Bos dat vorige week vrijdag de Socratesbeker 2016 won, heet Bureaucratie is een inktvis. Bureaucraten worden derhalve door hem ‘inktschijters’ genoemd: onmisbaar als de stoelgang, maar door niemand geliefd.[2] 
     Hoewel beide zaken cruciaal zijn voor een goed begrip van de huidige problemen in de ouderenzorg en derhalve ook voor het beleid in de toekomst, krijgen ze in het rapport nauwelijks aandacht.[3]
97 % van de Nederlanders;
93 % van de Vlamingen.[4]