-halve
Niet te verwarren met: halve |
Huidig bestand |
---|
20 |
- -hal·ve
-halve
- vormt uit een zelfstandig naamwoord, doorgaans met het invoegsel -s-, een bijwoord met de betekenis 'namens, wegens'
- uit hoofde van wat het eerste lid noemt
- Dan kunt u ons schriftelijk verzoeken uw aanslag ambtshalve te verminderen.
- ter wille van wat het eerste lid noemt
- Je kunt in de verzendlijst de telefoonnummers eenvoudigheidshalve weglaten.
- uit hoofde van wat het eerste lid noemt
- vormt uit de genitief van een voornaamwoord, vaak met een tussengevoegde t-klank, een bijwoord met de betekenis 'omwille van'
- Wij kennen uw omstandigheden, die hoeft u onzenthalve niet nogmaals toe te lichten.
1. nog toe te voegen bijwoorden met -halve gevormd uit een zelfstandig naamwoord
- correctheidshalve
- coulancehalve
- curiositeitshalve
- eenvoudshalve
- eerbiedshalve
- geloofshalve
- gewetenshalve
- gezondheidshalve
- kiesheidshalve
- leeftijdshalve
- liefdeshalve
- makkelijkheidshalve
- plichtshalve
- rechtshalve
- rijkshalve
- vermaakshalve
- welluidendheidshalve
- welstaanshalve
- welvoeglijkheidshalve
- zorgvuldigheidshalve
- zuinigheidshalve
2. nog toe te voegen bijwoorden met -halve gevormd uit een voornaamwoord
- Het woord '-halve' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.