derdeklasser
- der·de·klas·ser
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | derdeklasser | derdeklassers |
verkleinwoord | derdeklassertje | derdeklassertjes |
de derdeklasser m
- (sport) club waarvan het hoogste team in de derde klasse speelt
- ▸ Memphis hielp Lyon voor rust aan een 2-0 voorsprong, maar in de tweede helft kwam derdeklasser Red Star FC terug tot 2-2.[1]
- ▸ Dat heeft als gevolg dat de wedstrijd klinkt alsof je op een druilerige zondagochtend in een wereld zonder corona bij een derdeklasser langs de lijn staat. De tribunes lijken op een matig gevulde bioscoopzaal bij een slechte film op diezelfde druilerige zondag.[2]
- ▸ Real verliest bekerduel van derdeklasser: 'Ik vind het geen schande'[3]
- (onderwijs) leerling die in de derde klas zit
- Het woord derdeklasser staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron “Lyon ternauwernood door in beker” (Donderdag 8 april 2021, 21:12), NOS
- ↑ Weblink bron Thierry Boon“Nederlandse invasie bij Hertha BSC: 'I don't speak German. Ich verstehe ein bisschen'” (Donderdag 27 augustus 2020, 06:57), NOS
- ↑ Weblink bron “Real verliest bekerduel van derdeklasser: 'Ik vind het geen schande'” (Donderdag 21 januari 2021, 13:41), NOS