derdegeneratieallochtoon
- der·de·ge·ne·ra·tie·al·loch·toon
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | derdegeneratieallochtoon | derdegeneratieallochtonen |
verkleinwoord |
de derdegeneratieallochtoon m
- (maatschappij) kinderen van de tweedegeneratieallochtonen, iemand die zelf niet, en beide ouders ook niet, in het buitenland is geboren, maar van wie ten minste één van de grootouders wel in het buitenland is geboren[1]
- Het CBS telt een derdegeneratieallochtoon als een autochtoon.
- Het woord derdegeneratieallochtoon staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.