demagnetiseren
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- de·mag·ne·ti·se·ren
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van het Franse démagnétiser (met het voorvoegsel de- en met het achtervoegsel -iseren)
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
demagnetiseren |
demagnetiseerde |
gedemagnetiseerd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
demagnetiseren
- overgankelijk het magnetisme opheffen van
Verwante begrippen
Antoniemen
Vertalingen
het magnetisme opheffen van
Gangbaarheid
- Het woord demagnetiseren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.