dekkleed
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- dek·kleed
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van dek ww en kleed
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | dekkleed | dekkleden |
verkleinwoord | dekkleedje | dekkleedjes |
Zelfstandig naamwoord
het dekkleed o
- een lap stof waarmee de romp van een paard afgedekt wordt
- een grote lap, meestal waterdicht materiaal waarmee een gebouw, voer- of vaartuig afgedekt wordt
- (heraldiek) een op de helm vastgemaakt stuk stof
Verwante begrippen
- buiskleed, gonjekleed, reddingskleed, kantkleed, kledenpap, schalken, beschermhoes, beschermmateriaal, dekzeil, tarp
Hyponiemen
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord dekkleed staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.