deelneming
- Geluid: deelneming (hulp, bestand)
- IPA: / ˈdeelnemɪŋ / (4 lettergrepen)
- deel·ne·ming
Naamwoord van handeling van deelnemen met het achtervoegsel -ing
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | deelneming | deelnemingen |
verkleinwoord | deelneminkje | deelneminkjes |
de deelneming v
- het meedoen
- Zijn deelneming aan de Olympische Spelen is niet zeker, omdat hij geblesseerd is geraakt.
- medeleven, sympathie
- Hij betuigde zijn deelneming aan de familie van de gestorven man.
- ▸ Geen boeketje op de begrafenis namens GoSunny of een telefoontje van iemand van toi die zijn deelneming betuigde.[1]
- belang, meedoen in een onderneming
- Hij heeft een aanzienlijke deelneming in dit bedrijf gekocht.
- Het woord deelneming staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "deelneming" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ “All-inclusive” (2006), A. W. Bruna Uitgevers B. V. , Utrecht , ISBN 90-229-9182-2
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be