Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • de·com·pri·me·ren
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
decomprimeren
decomprimeerde
gedecomprimeerd
zwak -d volledig

Werkwoord

decomprimeren

  1. overgankelijk (informatica) van een extra compact dataformaat terugbrengen naar een leesbare versie, unzippen
Antoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid