• de·cla·ra·tie
enkelvoud meervoud
naamwoord declaratie declaraties
verkleinwoord - -

de declaratiev [3]

  1. opgave van gemaakte onkosten en/of honorarium
    • Bestuurders van de grote universiteiten in Nederland omzeilen de regels voor declaraties [4] 
  2. aangifte van goederen aan tolkantoren
  3. verklaring, betuiging
99 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.[5]