Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • da·ta·re·cor·der
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord datarecorder datarecorders
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de datarecorderm

  1. (informatica) toestel dat gegevens opslaat op een magnetische band of op een ander medium
     Duikers hebben in de Javazee de eerste van twee zwarte dozen van het AirAsia-ramptoestel geborgen. Het gaat om de datarecorder, die alle technische gegevens van een vliegtuig registreert en opslaat.[1]
     Bijna een jaar na het ongeluk is er nog geen kijk op uitkomst van het onderzoek. Ibrahim denkt dat er ook geen serieus onderzoek gedaan wordt, zolang Kadhafi aan de macht is. De flight-datarecorder en de cockpit-voicerecorder zijn vorig jaar al uitgelezen door het Franse onderzoeksbureau Bureau d'Enquêtes et d'Analyses (BEA) in Parijs.[2]
Synoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Datarecorder AirAsia geborgen” (Maandag 12 januari 2015, 04:18), NOS
  2.   Weblink bron
    Hans-Jaap Melissen (Wereldomroep) en Hugo van der Parre
    “'Libië saboteert onderzoek Tripoli-crash'” (Zondag 17 april 2011, 20:00), NOS