Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • da·ta·cen·ter
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord datacenter datacenters
verkleinwoord datacentertje datacentertjes

Zelfstandig naamwoord

het datacentero

  1. een faciliteit waar bedrijfskritische ICT-apparatuur (bijvoorbeeld servers) kan worden ondergebracht.
    • De lucht in een datacenter is meestal redelijk droog. 
Synoniemen

Meer informatie

Gangbaarheid