Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • darm·kan·ker
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord darmkanker -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de darmkankerm

  1. (medisch) kanker van de darmwand
     Ik keek ervan op dat volgens dit onderzoek mensen die elke dag minstens 30 minuten lopen een beduidend lagere kans op hart- en vaatziekte, darmkanker, borstkanker en dementie hebben.[2]
Hyponiemen
Vertalingen

Meer informatie

Verwijzingen

  1. www.parool.nl
  2. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers  

Gangbaarheid