• dark·room
  • Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘donkere ruimte voor anonieme homoseks’ voor het eerst aangetroffen in 1988 [1]
  • van het Engels samenstelling van  dark  en  room  [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord darkroom darkrooms
verkleinwoord - -

de darkroomm

  1. (seksualiteit) donkere ruimte in een seksclub waarin men anonieme seksuele contacten kan aangaan
92 % van de Nederlanders;
83 % van de Vlamingen.[3]