Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • da·mes·beurs
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord damesbeurs damesbeurzen
verkleinwoord damesbeursje damesbeursjes

Zelfstandig naamwoord

de damesbeursv / m

  1. handelsbeurs met goederen die speciaal gemaakt zijn voor vrouwen
     De tijd heeft niet stilgestaan op de beurs. De eerste editie werd in 1950 gehouden. Aardappelschilmesjes, keukenapparaten, schoonmaakmiddelen: alles wat de klassieke huisvrouw nodig had, werd er tentoongesteld. De 'Damesbeurs', heette het evenement toen nog.[1]
  2. portemonnee voor vrouwen
Synoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Bezoekers Huishoudbeurs kennen de vooroordelen, maar beurs 'is meer dan dat'” (Zaterdag 22 februari 2020, 13:41), NOS