damarakakelaar
- (IPA in voorbereiding)
- da·ma·ra·ka·ke·laar
- samenstelling van Damara en en kakelaar zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | damarakakelaar | damarakakelaars |
verkleinwoord | damarakakelaartje | damarakakelaartjes |
de damarakakelaar m
- (neushoornvogelachtigen) Phoeniculus damarensis een vogel uit de familie boomhoppen (Phoeniculidae). Deze soort komt voor in Angola en Namibië
- Het woord 'damarakakelaar' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.