dakje
- dak·je
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ||
verkleinwoord | dakje | dakjes |
het dakje o dim. tant.
- het accentteken ^ dat vooral uit het Frans bekend is
- Het woord maitresse heeft in het Frans al in 1990 zijn dakje verloren, maar in het Nederlands staat het nog steeds op de i.
1.
het dakje o
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord dak
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord dakje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.