dagteller
- dag·tel·ler
- samenstelling van dag zn en teller zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | dagteller | dagtellers |
verkleinwoord | - | - |
de dagteller m
- apparaat dat dagtotalen aangeeft, bij voorbeeld de kilometerteller van een auto
- Het woord dagteller staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.