Nederlands

 
cypergras
Uitspraak
Woordafbreking
  • cy·per·gras
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord cypergras cypergrassen
verkleinwoord cypergrasje cypergrasjes

Zelfstandig naamwoord

het cypergraso

  1. (bloemplanten) een geslacht Cyperus   uit de cypergrassenfamilie (Cyperaceae  ). De soorten komen verspreid voor over alle continenten, zowel in (sub)tropische als in gematigde gebieden
Hyperoniemen
Hyponiemen (in taxonomische zin)
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

27 % van de Nederlanders;
26 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen