cypergras
- cy·per·gras
- uit het Grieks, samenstelling van cyper en gras zn [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | cypergras | cypergrassen |
verkleinwoord | cypergrasje | cypergrasjes |
het cypergras o
- (bloemplanten) een geslacht Cyperus uit de cypergrassenfamilie (Cyperaceae ). De soorten komen verspreid voor over alle continenten, zowel in (sub)tropische als in gematigde gebieden
- bleek cypergras, bruin cypergras, dwergpapyrus, geel cypergras, knolcyperus, papyrusriet, parapluplant, parasolgras, ronde bies, rood cypergras
- Het woord 'cypergras' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "cypergras" herkend door:
27 % | van de Nederlanders; |
26 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ cypergras op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be