cycloïde
- cy·clo·i·de
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘vlakke kromme lijn beschreven door een punt op een voortbrengende cirkel’ voor het eerst aangetroffen in 1824 [1]
- met het voorvoegsel cyclo- en met het achtervoegsel -oïde [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | cycloïde | cycloïden cycloïdes |
verkleinwoord | - | - |
- (wiskunde) kromme, beschreven door een punt van een cirkel die rolt over een rechte lijn
- Het woord cycloïde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "cycloïde" herkend door:
64 % | van de Nederlanders; |
79 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "cycloïde" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ cycloïde op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be