Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • cul·tuur·edu·ca·tie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord cultuureducatie
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de cultuureducatiev

  1. (onderwijs) onderwijs over kunst en met name kunstgeschiedenis
     De noordelijke overheden doen dit ook om gezamenlijk beter te kunnen werken aan eigen doelstellingen als cultuureducatie en talentontwikkeling, zegt de cultuurwethouder van Leeuwarden.[1]
     "Het beeld stond er zo armoedig en vies bij", zegt Benjamin Mitrasingh, voorzitter van de Stichting Cultuureducatie die het werk uitvoert. "Het gaat tenslotte om de overgrootmoeder van de koning. Dat de politieke band met Nederland op dit moment erg slecht is, wil niet zeggen dat we dit soort dingen niet moeten doen. President Bouterse kent mij goed en waardeert het alleen maar dat de stad een beter aanzien krijgt", aldus Mitrasingh.[2]
     Toen Jet Bussemaker als minister aantrad, lag de nieuwe Cultuurnota tot 2017 al vast en was het geld al verdeeld. Bussemaker wil vooral inzetten op cultuureducatie en samenwerkingsverbanden tussen verschillende musea en bijvoorbeeld lokale instellingen.[3]

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “'Noord-Nederland steekt 7 ton in cultuur'” (Maandag 14 maart 2016, 10:36), NOS
  2.   Weblink bron
    Harmen Boerboom
    “Wilhelmina in Paramaribo schoon” (Woensdag 24 april 2013, 07:04), NOS
  3.   Weblink bron “De visie van Jet Bussemaker” (Maandag 10 juni 2013, 14:27), NOS