Nederlands

 
cruzeiro
Uitspraak
Woordafbreking
  • cru·zei·ro
Woordherkomst en -opbouw
  • uit het Portugees [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord cruzeiro cruzeiro's
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de cruzeirom

  1. (numismatiek) (financieel) (verouderd) munteenheid van Brazilië tot 1994
Vertalingen

Gangbaarheid

16 % van de Nederlanders;
20 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen