• cri·sis·be·sten·dig
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen crisisbestendig crisisbestendiger crisisbestendigst
verbogen crisisbestendige crisisbestendigere crisisbestendigste
partitief crisisbestendigs crisisbestendigers -

crisisbestendig

  1. mate waarin iets of iemand bestand is tegen onverwachte, plotselinge, bedreigende gebeurtenissen
     Crisisbestendig: Ferrari heeft tot nu toe weinig last gehad van de crisis, vorig jaar beleefde het zijn beste financiële jaar ooit. De vraag naar de auto's steeg vooral in China, de VS en Duitsland.[1]
     Als Europees raadspresident is het zijn taak om de vergaderingen van regeringsleiders voor te bereiden en om de bouwstenen te leveren voor een crisisbestendig nieuw Europa.[2]
  1.   Weblink bron “Minder Ferrari's, hogere exclusiviteit” (08-05-2013), NOS
  2.   Weblink bron
    Tijn Sadée
    “'Verder snoeien is spelen met vuur'” (18-10-2012), NOS