crisisachtig
- cri·sis·ach·tig
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | crisisachtig | crisisachtiger | crisisachtigst |
verbogen | crisisachtige | crisisachtigere | crisisachtigste |
partitief | crisisachtigs | crisisachtigers | - |
crisisachtig
- gelijkend op, of eigenschappen hebbend van crisis
- Het kabinet ging van de ene naar de andere crisisachtige toestand.
- Het woord crisisachtig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.