Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • cri·mi·no·loog
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord criminoloog criminologen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de criminoloogm

  1. (beroep) beoefenaar van de criminologie
    • Als criminoloog maak je geen regels en ga je ook niet straffen. Je bestudeert het hoe en waarom van crimineel gedrag en onderzoekt wat criminaliteit is.[1] 
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid

Verwijzingen