cricketspeler
  • cric·ket·spe·ler
enkelvoud meervoud
naamwoord cricketspeler cricketspelers
verkleinwoord

de cricketspelerm [1]

  1. (sport) beoefenaar van de cricketsport
     Phogat toonde zich teleurgesteld dat er geen steun komt van andere sporters, zoals de in India extreem populaire cricketspelers. "Atleten moeten verder dan hun persoonlijke winst kijken en volgens hun geweten handelen. We zijn menselijk. We stoppen op een dag met sporten. We moeten ook buiten de sport aan een nalatenschap werken."[2]
     Haalde Alfred inspiratie uit de woorden van haar vader, nu hoopt ze op haar beurt een voorbeeld te zijn voor de huidige generatie jongeren. "Ik wil ze inspireren, zodat we nog veel meer Levern Spensers en veel Daren Sammys en sporters als ik voortbrengen", haalde ze ook een succesvolle Saint Luciaanse hoogspringer en cricketspeler aan.[3]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron
    Aletta André
    “Worstelprotest werpt licht op seksueel misbruik in de Indiase sportwereld” (dinsdag 23 mei 2023, 20:45), NOS
  3.   Weblink bron “Olympisch sprintkampioene Alfred krijgt eigen dag op Saint Lucia” (woensdag 25 september, 12:46), NOS