• cray·on
enkelvoud meervoud
naamwoord crayon crayons
verkleinwoord - -

crayon m / o

  1. staafje van een mengsel van klei met grafiet of andere kleurstof in een omhulsel van hout, geschikt om mee te tekenen
    • En begeesterd door de drift en het elan om aan te leren, graaide hij naar een doodgraverspotlood en tekende hij hiermede driftig op de linkermuur van zijn werkhuis. ‘Dit is de perfecte krokodil. Begrepen? (…) Wat thans uit de punt van mijn crayon wordt geboren, dat is een werk van herschepping. [4]
  2. met potlood gemaakte tekening
    • Er hing een Feininger - Manhattan getiteld - waaronder hij een paar keer gegeten had. Wolkenkrabbers in donker crayon. [5]
65 % van de Nederlanders;
60 % van de Vlamingen.[6]


enkelvoud meervoud
zonder lidwoord met lidwoord zonder lidwoord met lidwoord
  crayon     le crayon     crayons     les crayons  

crayon m

  1. (gereedschap) potlood