coulis
Niet te verwarren met: coulisse, koelie |
- cou·lis
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | coulis | |
verkleinwoord |
de coulis m
- (voeding) vrije dikke saus van gepureerd voedsel
- ▸ Maar de prei overtuigt nog meer: twee gesmoorde preistengels met een volle saus met gehakte walnoten en een coulis (dikke saus) van prei en een stevige mosterdvinaigrette… hoe een groentegerecht met gemak een hoofdgerecht kan zijn.[1]
- Het woord coulis staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "coulis" herkend door:
73 % | van de Nederlanders; |
92 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Weblink bron Petra Possel“Eten als God in Frankrijk met op en top Franse keuken” (2 februari 2017) op nrc.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be