Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: coulissekoelie
Spongecake overgoten met een coulis van rode vruchten
  • cou·lis
enkelvoud meervoud
naamwoord coulis
verkleinwoord

de coulism

  1. (voeding) vrije dikke saus van gepureerd voedsel
     Maar de prei overtuigt nog meer: twee gesmoorde preistengels met een volle saus met gehakte walnoten en een coulis (dikke saus) van prei en een stevige mosterdvinaigrette… hoe een groentegerecht met gemak een hoofdgerecht kan zijn.[1]
73 % van de Nederlanders;
92 % van de Vlamingen.[2]
  1.   Weblink bron
    Petra Possel
    “Eten als God in Frankrijk met op en top Franse keuken” (2 februari 2017) op nrc.nl  
  2.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be