aardbeiencoulis
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- aard·bei·en·cou·lis
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | aardbeiencoulis | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de aardbeiencoulis m
- een vrije dikke saus van aardbeien
- Tijdens het afscheidsdiner van de koningin kregen de gasten aardbeientrio van onder andere aardbeienmerengue en aardbeiencoulis.
Gangbaarheid
- Het woord aardbeiencoulis staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.