Nederlands

 
1. Een mondkapje met het scheldwoord "coronalijer".
Uitspraak
Woordafbreking
  • co·ro·na·lij·er
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord coronalijer coronalijers
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de coronalijerm

  1. (scheldwoord) rotzak
    ⚠️ Dit gebruik van het woord roept twijfels op over de gebruiker.
     Zo was er veel kritiek op de verkoop van mondkapjes door het bedrijf met teksten als ‘krijg de corona’, ‘coronalijer’ en ‘mondkappen nou’.[1]
     Een man passeerde een vrouw die voorover gebogen het chipsaanbod stond te vergelijken. Niet dat ze de calorieën nodig had trouwens. En de man passeerde op veel te korte afstand. En zij ontstak in woede. Ze had ook wel gelijk eigenlijk: het was niet alleen coronagrensoverschrijdend, het was maar een paar centimeter verwijderd van aanranding. De man kreeg er verbaal flink van langs, met een westelijk campingaccent: "Hallo, dat is lekker." Hij werd uitgescholden voor coronalijer.[2]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    Mark den Blanken
    “Lubach begint actie tegen ‘aan corona verdienend’ Rumag: ‘Triestste merk van de eeuw’” (30 maart 2020) op ad.nl  
  2.   Weblink bron
    Frank Zand
    “Hallo, dat is het lekkere” (16 oktober 2020) op groenlosegids.nl