conventie
- con·ven·tie
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘overeenkomst, vergadering’ voor het eerst aangetroffen in 1398 [1]
- afgeleid van het Latijnse werkwoord venīre (komen) met het voorvoegsel con- [2]
- afgeleid van conveniëren met het achtervoegsel -tie
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | conventie | conventies |
verkleinwoord | conventietje | conventietjes |
- internationale overeenkomst
- De conventie van Geneve uit 1951 betreft de status van vluchtelingen.
- vergadering
- partijcongres in de Verenigde Staten waarop de kandidaat voor het presidentschap wordt gekozen
- regel voor maatschappelijke omgang, afspraak, norm
- ▸ Hij had duidelijk lak aan conventies en had al jaren geen vaste baan.[4]
- afgesproken wijze van bieden bij het bridgen
1. internationale overeenkomst
3. partijcongres in de Verenigde Staten
4. regel voor maatschappelijke omgang
- Het woord conventie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "conventie" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[5] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "conventie" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ conventie op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be