contactgeluid
- con·tact·ge·luid
- samenstelling van contact zn en geluid zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | contactgeluid | contactgeluiden |
verkleinwoord | contactgeluidje | contactgeluidjes |
het contactgeluid o
- (bouwkunde) geluidstrillingen die door directe fysieke verbindingen worden overgebracht
- ▸ De in totaal 74 oefenruimtes zijn opgebouwd volgens een doos-in-doosprincipe. Alle ruimtes zijn losgekoppeld van de buitenconstructie, waardoor contactgeluid uitgeschakeld wordt.[1]
1. geluidstrillingen die door directe fysieke verbindingen worden overgebracht
- Het woord contactgeluid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron “Stadsgezichten: Muziekmakerscentrum muzyQ” (23 september 2010), Het Parool