• con·tact·ge·luid
enkelvoud meervoud
naamwoord contactgeluid contactgeluiden
verkleinwoord contactgeluidje contactgeluidjes

het contactgeluido

  1. (bouwkunde) geluidstrillingen die door directe fysieke verbindingen worden overgebracht
     De in totaal 74 oefenruimtes zijn opgebouwd volgens een doos-in-doosprincipe. Alle ruimtes zijn losgekoppeld van de buitenconstructie, waardoor contactgeluid uitgeschakeld wordt.[1]
  1.   Weblink bron “Stadsgezichten: Muziekmakerscentrum muzyQ” (23 september 2010), Het Parool