Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • con·tact·amb·te·naar
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord contactambtenaar contactambtenaars
contactambtenaren
verkleinwoord contactambtenaartje contactambtenaartjes

Zelfstandig naamwoord

de contactambtenaarm

  1. (beroep) ambtenaar die namens een ambtelijke instantie het contact onderhoudt met een cliënt
    • De contactambtenaar is de schakel tussen Plaatselijk Belang of de wijkvereniging en de verschillende afdelingen van de gemeente.[2] 
Vertalingen

Gangbaarheid

Verwijzingen