consulent
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- con·su·lent
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘raadgever’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1824 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | consulent | consulenten |
verkleinwoord | consulentje | consulentjes |
Zelfstandig naamwoord
de consulent m
- (beroep) een deskundige raadgever (mannelijk)
- De consulent wist hem goed te helpen.
Afgeleide begrippen
Vertalingen
1. een deskundige raadgever
Gangbaarheid
- Het woord consulent staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "consulent" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "consulent" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be